Handelingen 17:11 Bijbel Studies

Het 'Onze Vader'



Lukas 11: 1. "Eens was hij ergens in het gebed, en toen hij ophield, zeide een zijner leerlingen tot hem: Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes zijn leerlingen geleerd heeft."

HET 'ONZE VADER' GEBED ALS VOORBEELD.

In deze studie zullen wij inzichten discusieren van hoofdpunten van het gebed zoals Jesus het ons geeft. In plaats van machinaal er doorheen te racen, laten wij elk element overdenken, zodat wij kunnen bidden met verstand. (1 Korintiers 14: 15). Als Larry Lea het zegt, het idee is heel erg langzaam door het Gebed des Heren heen te bidden .Om te beginnen, spandeer vijf of tien minuten met iedere fraze, laat elke fraze in ons doordringen en weken. Laat de Heiligen Geest ons andere versen openbaren ( meer dan de versen in deze studie om U te laten beginnen) die toepassing hebben op elke fraze. en overdenk de betekenis en toepassing elke dag van Uw leven.

Mattheus 6: 9-13."GIJ DAN BIDT ALDUS: ONZE VADER, DIE IN DE HEMELEN ZIJT. (Leidse vertaling); ONZE VADER IN DEN HEMEL (Luterse vertaling).

Galaten 4: 6. "Omdat gij zonen zijt, heeft God den geest van zijn Zoon in onze harten gezonden, den geest die: Abba, Vader--roept."

1 Petrus 1: 23. "als mensen die wedergeboren zijn, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levend en eeuwig woord."

Hebreeen 12: 5-7. "hebt (gij) de vermaning vergeten, die u als zonen toespreekt: mijn zoon, acht de kastijding des Heeren niet gering, en bezwijk niet als gij door Hem bestraft wordt.Want de Heer kastijdt hem dien Hij liefheeft en tuchtigt elken zoon dien Hij aanneemt. -- Verdraagt het; het dient tot kastijding; God behandelt u als zonen. Er is immers geen zoon die niet door zijn vader gekastijd wordt?"

1 Petrus 1: 17. "En wanneer gij Hem als Vader aanroept die zonder aanzien des persoons ieder naar zijn gedrag oordeelt, brengt dan in vreze den tijd uwer vreemdelingsschap door,"

1 Johannes 2: 29-3:3. "En wanneer gij Hem als Vader aanroept die zonder aanzien des persoons ieder naar zijn gedrag oordeelt, brengt dan in vreze den tijd uwer vreemdelingsschap door. Ziet hoe grote liefde ons de Vader bewezen heeft: dat wij "kinderen Gods" genoemd worden--en dat zijn wij ook. Daarom kent ons de wereld niet, omdat zij tot de kennis van Hem niet gekomen is.Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en wat wij zijn zullen is nog niet geopenbaard; maar wij weten dat wanneer hij geopenbaard wordt, wij hem gelijk zullen zijn; want wij zullen hem zien gelijk hij is.En alwie deze hoop op hem heeft reinigt zich zoals hij rein is."

Epheziers 3: 14. "Zo buig ik dan mijn knieen voor den Vader,"

GEHEILIGD WORDE UW NAAM. (Leidse vertaling); UW NAAM WORDE GEHEILGD. (Staten Vertaling)

Velen vinden het nuttig te mediteren over Gods natuur zoals het geopenbaard wordt in adjectiven inverband met zijn naam in het Herbeews.

SHALOM Vrede/rust/ tevredeheid Jes.53:5; Heb.4:9,10; Joh.14:27; Fil.4:7
ZIDKENU Rechtvaardig/volmaaktheid 2 Kor.5:21; 1 Kor.1:30; Rom.1: 17
M'KADDESH Reinigen/ zuiveren 1 Kor.6: 9-11; 1 Thes.5: 23; Rom.8: 29
SHEMA Hij is daar Ex.3:13-15; Ez.48:35b; Eph.2:21; Heb.13:5b
ROPHE Genezen 1 Pet.2:24; Rom.8:2; Gal.3:13; Kol.2:13,14
YIRA Hij ziet/voorziet 2Kro.16:9a; Gen.22:14; Ps.34:15-18
NISSI Banier/zekerheid/kapitein Ex.17:15; 1 Kor.15:56,57; Ho.2:4
ROHI Herder/metgezel/vriend Spr.18:24b; Ps.23; 1 Pet.2:25

Spreuken 18: 10. "Een sterke toren is 's Heeren naam; de rechtschapene loopt er heen en is veilig."

Romeinen 10: 13 "Want er staat: Ieder die den naam des Heeren aanroept zal gered worden."

UW KONINKRIJK KOME, UW WIL WORDE VOLBRACHT, GELIJK IN DEN HEMEL ZO OOK OP AARDE.

Lukas 17: 21. "het Koninkrijk Gods is binnen in u."

Romeinen 14:17. "Want Gods Koninkrijk bestaat niet in spijs en drank, maar in gerechtigheid en vrede en blijdschap door den Heiligen Geest."

Johannes 4: 34. "Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is den wil van mijn Zender te doen"

Mattheus 26: 39,42. "doch niet zoals ik wil, maar zoals Gij wilt.... uw wil geschiede"

Markus 3:35. "Wie den wil Gods doet, die is mijn broeder, zuster, moeder."

Epheziers 5: 10, 17. "Onderzoekt wat den Heer welgevallig is,.... ziet in, wat de wil des Heeren is."

Mattheus 16: 19. "wat gij op aarde zult binden zal in de hemelen gebonden zijn, en wat gij ontbindt op aarde zal in de hemelen ontbonden zijn."

C.S Lewis: "Uw will geschiede, in mij NU!

GEEF ONS HEDEN ONS BROOD VOOR MORGEN (Leidse vertaling), GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD (Staten Vertaling)

Spreuken 30: 8. "houd onwaarheid en leugentaal ver van mij, en geef mij armoede noch rijkdom, maar spijzig mij met mijn toereikend deel;"

Exodus 16: 14-20. toen de dauw optrok, daar lag over de oppervlakte der woestijn iets fijns en korreligs, als rijm, op den grond. De Israelieten, dit ziende, zeiden tot elkander: Wat is dat? Want zij wisten niet wat het was. En Mozes zeide tot hen: Dit is het brood hetwelk de Heer u tot spijs gegeven heeft. Hieromtrent heeft de Heer u bevolen: Gaart er van op, ieder naar zijn behoefte: een kop per hoofd, naar uw zielental; ieder hale het voor wie in zijn tent zijn. De Israelieten deden alzo en gaarden op, de een veel, de ander weinig; maar toen zij het met den kop uitmaten, had die veel thuis bracht niet over, en wie weinig thuis bracht niet te weinig: ieder had juist naar zijn behoefte opgegaard. En Mozes zeide tot hen: Niemand late er iets van over tot den volgenden morgen. Maar sommigen hoorden niet naar Mozes en lieten een gedeelte tot den volgenden morgen over. Toen kwamen er wormen in en stonk het."

Johannes 6: 32-35. "Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, Mozes heeft u het brood uit den hemel niet gegeven, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit den hemel; want het brood Gods is dat hetwelk uit den hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft. Toen zeiden zij tot hem: Heer, geef ons altijd dat brood. Jezus zeide tot hen: Ik ben het levensbrood; wie tot mij komt zal nooit meer hongeren, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorsten."

Fillipenzen 4: 6,7. "Weest onbezorgd, maar laat wat gij te vragen hebt steeds door gebed en smeking met dankzegging aan God bekend zijn. En de vrede dien God geeft, een vrede die allen verstand te boven gaat, zal uw harten en zinnen bewaren in Christus Jezus."

VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN, GELIJK WIJ OOK ONZEN SCHULDENAREN VERGEVEN HEBBEN. (Leidse vertaling), VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN, GELIJK OOK WIJ VERGEVEN ONZE SCHULDENAREN. (Staten vertaling)

Lukas 11: 4. "en vergeef ons onze zonden; want ook wij vergeven ieder die zich tegen ons aan iets schuldig gemaakt heeft;

Lukas 11: 4. "En vergeef ons onze zonden; want ook wij vergeven aan een iegelijk, die ons schuldig is."

Markus 11: 25. "En wanneer gij staat te bidden, vergeeft indien gij iets tegen een ander hebt, opdat uw Vader in de hemelen ook u uw overtredingen vergeve."

Mattheus 6: 14,15. "Want indien gij den mensen hun misslagen vergeeft, zal ook uw hemelse Vader u vergeven; maar indien gij den mensen niet vergeeft, zal uw Vader ook u uw misslagen niet vergeven."

Epheziers 4: 32. "Weest jegens elkander vriendelijk, hartelijk, elkander vergevend, zoals ook God in Christus u vergeven heeft."

Kolssians 3: 13. "Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen den ander een grieve heeft. Zoals de Heer ons vergeven heeft, zo moeten ook wij doen."

EN LEID ONS NIET IN VERZOEKING, MAAR VERLOS ONS VAN DEN BOZE (Leidse vertaling), MAAR VERLOS ONS VAN DEN KWADE. (Luterse vertaling)

Lukas 22: 40. "Bidt niet in verzoeking te komen."

Epheziers 6: 11-17. "Trekt de wapenrusting aan die God geeft om staande te kunnen blijven tegen de kunstgrepen van den Duivel; Want wij hebben niet te strijden met vlees en bloed, maar met de heerschappijen, machten, wereldbeheerschers in deze duisternis, met de boosaardige geesten in het luchtruim. Neemt daarom de wapenrusting die God geeft aan; opdat gij weerstand kunt bieden op den bozen dag en na volstreden te hebben standhouden. Staat dan, uw lenden omgord met waarheid, gestoken in het pantser der gerechtigheid, geschoeid met bereidwilligheid om de Vredetijding te brengen, steeds vasthoudend het schild des geloofs, waarmee gij al de brandende pijlen van den Boze kunt uitblussen; neemt ook den helm der hoop op redding en het zwaard des Geestes, dat is het woord Gods"

2 Tessalonica 3: 3."Maar de Heer is getrouw die u zal versterken en bewaren voor den Boze,"

2 Timotheus 4: 18. "De Heer zal mij redden uit alle boze aanslagen en mij bewaren, zodat ik in het hemels koninkrijk kom van Hem wien de eer tot in alle eeuwigheid toekomt. Amen.".

WANT UWER IS HET KONINKRIJK EN DE KRACHT EN DE HEERLIJKHEID IN DER EEUWIGHEID.

1Kronieken 29: 11. "U, Heer, is de grootheid, de kracht, de luister, de glorie en de majesteit; want alles in hemel en op aarde behoort u; u, Heer, is de heerschappij, en gij zijt het die u als hoofd over alles verheft"

1 Corinthiers 4: 20. "Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht."

Psalm 145: 10-13. "Dat u, Heer, al uw werken loven, en uw vromen u roemen; dat zij uw heerlijk koningsschap vermelden, gewagen van uw sterkte om den mensenkinderen zijn sterke daden bekend te maken, de luistervolle heerlijkheid van zijn koningsschap. Uw koningsschap is een koningsschap voor alle eeuwen, uw heerschappij duurt alle geslachten door."

Jesaja 42: 8. "Ik ben de Heer, dit is mijn naam; mijn eer sta ik aan geen ander af."

ZEGENING

Judas 20. "Maar gij, geliefden, bouwt uzelf op door uw allerheiligst geloof, bidt in den Heiligen Geest,

Epheziers 6: 18. "Met volijverig gebed en smeking moet gij bij elke gelegenheid in den geest bidden, en daarbij waken met volkomen volharding en smeking voor alle heiligen,"

Romeinen 8: 26,27. "Desgelijks komt ook de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet hoe wij naar behoren bidden zullen; maar de Geest treedt voor ons op in verzuchtingen zonder woorden; en Hij die de harten doorzoekt weet wat de Geest zeggen wil: Dat hij op een godgevallige wijze voor de heiligen optreedt."

Handelingen 2: 42. "Zij namen voortdurend deel aan het onderricht der apostelen, het gemeenteleven, de broodbreking en de gebeden."

Handelingen 6: 4. "wij zullen voortgaan met het gebed en de bediening van het woord."

1 Tessalonica 5: 17,19. "bidt zonder ophouden;.....Blust den Geest niet uit;"

Deutronomium 4: 7. "de Heer, onze god, (is nabij ons) zo vaak wij tot hem roepen..."

Gebeds overzicht

Handelingen 17:11 Bijbel Studies

email: henkf@sympatico.ca

http://www.acts17-11.com/dutch/gebed_vader.html